Nederengels? Been there. Done that.


Bij De Woordenwerf vloeien Nederlands en Engels naadloos in elkaar overGebruik jij op het werk wel eens Engels in je spreek- en schrijftaal? Daar is niets mis mee.

Of misschien iets te veel Engels? Dan spreek je wellicht perfect Nederengels.

Maak je echter overdadig gebruik van Engelse woorden? Zodat alles wat je zegt of schrijft al snel een cross-over lijkt van Engels en Nederlands? Dan lijd je wellicht aan de Engelse ziekte.

No problem. Ook die kwaal is geneeslijk, zolang deze maar niet omslaat in steenkolenengels (een primitief Engels doorspekt met typisch Nederlandse taalfouten).

De Engelse term voor dit soort koeterwaals is trouwens Dunglish. En mocht je twijfelen, dat porte-manteauwoord is geen combinatie van dung (het Engelse woord voor mest) en English, maar van Dutch en English.

Twee huis-tuin-en-keukenmiddeltjes

Ben je onverbeterlijk of vind je die Engelse woorden gewoon te catchy of ronduit awesome in je communicatie? Of is Engels niet meer weg te denken uit je taalomgeving? Maar weet je niet altijd hoe je die woorden correct schrijft? Dan besparen deze twee handige tips je de bittere pil van uren opzoekwerk:

1. Heb je soms realtimetwijfels over de juiste schrijfwijze van Engelse woorden in Nederlandse samenstellingen zoals socialmediakanalen of onlinemedia? Dan is deze link precies wat je zoekt. Ik heb ‘m hier voor je gecrosslinkt. Heb jij ‘m al gebookmarkt?

2. Gebruik je ook vaak Engelse werkwoorden in je teksten? Maar weet je niet goed hoe je die werkwoorden vervoegt? Dan is deze gouden tip voor jou. Treasure it.

Werkwoorden die uit het Engels zijn geleend, worden vervoegd volgens de Nederlandse regels. Werkwoorden zoals crowdsourcen, crowdfunden en outsourcen vervoeg je dus zo:

crowdsourcen ik crowdsource jij/hij crowdsourcet jij/hij crowdsourcete gecrowdsourcet
outsourcen ik outsource jij/hij outsourcet jij/hij outsourcete geoutsourcet
crowdfunden ik crowdfund jij/hij crowdfundt jij/hij crowdfundde gecrowdfund

Ze krijgen dus de uitgangen -t en -en in de tegenwoordige tijd, -de(n) of -te(n) in de verleden tijd en -d of -t in het voltooid deelwoord. Soms staat er een e voor de uitgang omdat dat nodig is voor de uitspraak.

Dat levert soms lelijke woordbeelden op, maar er bestaan geen betere schrijfwijzen die toch consequent zijn in vergelijking met andere vormen.

Bij sommige werkwoorden kan in de verleden tijd en het voltooid deelwoord zowel een d als een t voorkomen, omdat er twee uitspraken mogelijk zijn:

crowdsurfen ik crowdsurf jij/hij crowdsurft jij/hij crowdsurfte/ crowdsurfde gecrowdsurft/ gecrowdsurfd

Liever een remedie dan een tip?

Geen tijd om al die vernederlandste Engelse woorden te doublechecken? Bezorg je tekst aan De Woordenwerf. Ik zoek de juiste schrijfwijze voor je uit en bezorg je de geproofreade en geüpdatete tekst snel weer terug.

De Woordenwerf - Taaltip

Hij outsourcet, zij hebben geoutsourcet.
Outsource jij straks ook je taalwerk aan De Woordenwerf?


© 2014 John Vanormelingen

Taalfout op hoge (en lage) hakken


Sponsoring of sponsering? Wat verkies jij?

De spelling van het zelfstandig naamwoord is sponsor. Zowel het meervoud op –s als op –en is mogelijk. Het meervoud sponsors is het gebruikelijkst. Sponsoren is formeler dan sponsors en kan zonder context bovendien verkeerd worden gelezen als spons-oren.

Net als sponsoring schrijf je ook het werkwoord sponsoren met twee o’s: sponsoren (sponsort – sponsorde – gesponsord).

Uitspraak:

/spɔnsɔrɔn/of /spɔnzɔrɔn/ – Even horen hoe het klinkt?

De tweede o is in het Nederlands meer een uh-klank dan een oh-klank en is zo zwak dat we die bijna niet horen.

Dat verklaart waarom de foutieve schrijfwijzen sponseren en sponsering regelmatig opduiken, bijvoorbeeld op Twitter en ook vandaag weer in het artikel op Zita hieronder.

SPONSOR

Koop deze innovatieve hakjes nu in ruil voor een sponsbehandeling in een wellnesscentrum.

Deze gratis taaltip werd gesponsord door De Woordenwerf.


© 2014 John Vanormelingen

Uit- of inloten? Dat is nog maar de vraag.


UNIBET

Ben jij liever geloot, ingeloot of uitgeloot?

Vandaag vond ik in mijn Twitterfeed deze bijzondere reclametweet.

Leuke actie van de goksite Unibet Belgium, maar mijn aandacht als taalprofessional bleef niet hangen bij de dame achter het T-shirt, wel bij het woord uitgeloot. Was dit wel juist? Kun je eigenlijk wat winnen als je bent uitgeloot?

Ik zocht het voor je op.

Wie wint het hoogste lot?

Bij een loting worden rechten of plichten aan bepaalde personen toegekend aan de hand van een toevalsgenerator (een instrument dat, of een methode die, toevalsgetallen produceert). Als daarbij geld of een andere waarde aan bepaalde personen wordt gegeven, spreek je van een loterij.

In het Nederlands heb je drie verwante werkwoorden, elk met een specifieke betekenis:

Loten
– iets door het lot laten beslissen; door het lot krijgen, uit een loterij trekken.
Voorbeeld: hij heeft een gouden horloge geloot.

Uitloten
– bij een loting niet aangewezen worden voor (bijv. voor de dienstplicht of een studie).
Voorbeeld: hij is uitgeloot voor Pools.

Inloten
– bij een loting wel aangewezen worden (bijv. voor de dienstplicht of een studie).
Voorbeeld: zij is ingeloot voor medicijnen.

Het lot is geworpen

Voor het WK is België ingeloot voor groep H en Nederland voor groep B. Alle deelnemers aan deze wedstrijd van Unibet die de juiste uitslag voorspellen nemen automatisch deel aan een loterij. Daarbij worden honderd van hen geloot en beloond met een speciaal T-shirt. Die honderd gelote mensen zijn dus de honderd winnaars.

De juiste tekst voor deze actie is dus:

Onder de juiste voorspellers worden 100 winnaars geloot.

Taaltip

Houd je slogans kort en krachtig.
Waarom twee zinnen als je je boodschap ook in één zin kan formuleren:

VOORSPEL DE UITSLAG VAN
BELGIË – ALGERIJE
EN WIN EEN VAN DE 100 WEDSHIRTS

Door ‘de uitslag van’ toe te voegen, vermijd je bovendien ook dat ‘voorspel’ wordt gelezen als een substantief…


© 2014 John Vanormelingen

Woord van de week: hashflag


Gebruik hashflags op Twitter tijdens het WK

Scoor met je tweets dankzij de kleurrijke WK-hashflags.

Uitspraak:

/‘hɛʃflɛ:g]/

Betekenis:

Gebruikers van Twitter (twitteraars) kunnen tijdens het WK 2014 hun tweets opvrolijken met de vlag van hun land of favoriete team. Alle 32 WK-landen hebben een speciale afkorting van drie letters. Als je die achter een hashtag (#) plaatst, verschijnt op Twitter de vlag van dat land in je tweet. Zo’n emoticon in de vorm van een vlag is dus een hashflag.

De afkortingen van de landen zijn bijvoorbeeld #BEL voor België, #NED voor Nederland of #BRA voor het gastland Brazilië. De volledige lijst vind je hieronder.

WK 20114 - Hashflags per groepOorsprong:

De hashflags werden voor het eerst door Twitter geïntroduceerd bij het WK in 2010 en waren toen al een groot succes.

Meer weten over tweets en hashtags?

Gefascineerd door deze taaltip?

Ook een tekst nodig voor jouw communicatie? Neem vandaag nog contact met mij op. Ik maak er graag tijd voor.


© 2014 John Vanormelingen

Woord van de dag: paraskevidekatriafobie


Uitspraak:

\pa-ra-skee-vie-dee-ka-trie-a-fo-BIE\

Vrijdag de dertiende

Fantastisch woord voor een dictee, niet?

Betekenis:

Ziekelijke, irrationele angst voor vrijdag de dertiende. Deze dag wordt door veel mensen als een ongeluksdag beschouwd, wegens de combinatie van vrijdag (de dag waarop Jezus werd gekruisigd en de Romeinen doodsvonnissen voltrokken) en dertien (voor velen een ongeluksgetal).

Oorsprong:

De Amerikaanse fobietherapeut Dr. Donald E. Dossey bedacht het woord in de jaren 90 van de vorige eeuw. Hij combineerde het Griekse woord voor ‘vrijdag’, paraskevi, met de Griekse woorden deka (tien) en treis/tria (drie), en het bekende fobie, dat ‘angst’ betekent.

Meer weten?

Gefascineerd door deze taaltip?

Ook een tekst nodig voor jouw communicatie? Neem vandaag nog contact met mij op. Ik maak er graag tijd voor.


© 2014 John Vanormelingen

Het abc van het WK


Is voetbal voor jou één groot vraagteken?

Is voetbal voor jou één groot vraagteken?

De voetbalgekte raast weer door het land. En vanaf volgende week wordt Brazilië even het voetbalwalhalla.

Inderdaad. Het WK komt eraan. En dat voel je overal: op het werk, in je vriendenkring, in zowat alle media en winkels, zelfs thuis aan tafel. Overal duiken Rode Duivels en oranje onesies op. En iedereen heeft het maar over voetbal. Maar kun jij al die gesprekken vol voetballerslatijn wel volgen?

Zou het niet heerlijk zijn om je vrienden en collega’s eens lekker verbaal te tackelen? En al die diehard voetbalfans nog voor de aftrap op het verkeerde been te zetten met je uitgebreide voetbalkennis? Of om vriend en vijand buitenspel te zetten met uitdrukkingen die alleen échte voetbalkenners gebruiken? Dan is deze taaltip voor jou een voltreffer.

 

Met deze woordenlijst wordt dit jouw favoriete opstelling voor het WK.

Met deze woordenlijst wordt dit jouw favoriete opstelling voor het WK.

Scoor 26 x op het WK 2014

Commentaar geven als een echte voetbalcoach? Dat is voortaan een schot voor open doel.

Vergeet woorden als schwalbe, angstgegner, vleugelspitsen of panna. Die kent inmiddels vrijwel iedereen. Nee, doe voortaan gewoon eens een krasse Cruijffiaanse uitspraak. Of verras iedereen met een van de volgende 26 niet-alledaagse woorden of uitdrukkingen uit het voetbal. En geniet daarna van de verstelde blikken rondom je. 1-0!

  • AAusputzer (uit het Duits): laatste man van de verdediging die erom bekendstaat dat hij meestal de bal zo ver mogelijk wegtrapt.
  • BBanaan: gekrulde voorzet vanaf de zijlijn van de goal weg. Handelsmerk van Franky Vercauteren.
  • CCatenaccio (letterlijk: grendel): manier van spelen die populair is in Italië. Sterk verdedigende manier van voetballen waarbij doelpunten uit een counter moeten voortkomen. Synoniem: betonvoetbal.
  • DDe bal is rond: een uitdrukking om aan te geven dat een wedstrijd niet altijd door de sterkste wordt gewonnen. Tip! Verras iedereen, net als Johan Cruijff, met de Spaanse versie: la pelota esta redonda.
  • EEngeltje op de lat: uitdrukking voor een keeper die geluk heeft dat veel schoten naast het doel verdwijnen.
  • FFlaghappy: benaming voor grensrechters die te snel en te vaak afvlaggen.
  • GGekraakt schot: de bal niet vol kunnen raken waardoor de kracht ontbreekt.
WK 2014 - Voetbal

‘La pelota esta redonda!’ Snap jij deze Cruijffiaanse uitspraak?

  • HHattrick: drie doelpunten van één speler in één wedstrijd. Als de doelpunten in één helft worden gemaakt als een aaneengesloten reeks spreek je van een loepzuivere hattrick.
  • IInkomen met gestrekt been: een onbesuisde overtreding, gericht op het blesseren van de tegenstander.
  • JJagen: de tegenpartij op de eigen speelhelft aanvallen en onder druk zetten, om zelf weer in balbezit te komen. Synoniem: fore-checking.
  • KKapotfluiten: een scheidsrechter kan door heel streng te fluiten de wedstrijd ‘kapotfluiten’. Het tempo wordt dan lager en daarmee het spel vaak saai.
  • LLange halen, snel thuis: speltype waarbij de bal ver naar voren wordt geschoten en dan ook weer snel terug is in de verdediging.
  • MMet z’n elven voor het doel hangen: manier van spelen waarbij het hele elftal verdedigt; komt vaak voor als een ploeg op voorsprong staat en deze score koste wat het kost wil behouden. Tip! Zeg het in het Engels: parking the [team] bus in front of the goal.
  • NNaar binnen trekken: als speler meer naar het midden lopen.
  • OOorlog in de zestien: verwarring stichten in het vijandelijk strafschopgebied.
  • PPostbodevoetbal: van spelers die de bal niet over grote afstand naar een medespeler kunnen passen, maar de bal als het ware persoonlijk komen bezorgen.
  • QQuick whistler: scheidsrechter die direct fluit wanneer hij een buitenspelsituatie constateert, zonder af te wachten of er opzet in het spel is. Antoniem: blower-on-sight (scheidsrechter die afwacht of een speler de bedoeling heeft om voordeel te behalen uit een buitenspelsituatie, en hier pas voor fluit wanneer dit inderdaad het geval is).
Knudde - Tikkie terug Jaap

Terugspeelballen kunnen knap lastig zijn, zeker als je bij FC Knudde speelt.

  • RResultaatvoetbal: voetbalstijl waarbij balbezit, het voorkomen van tegendoelpunten en het eindresultaat het uitgangspunt is. Dit gaat vaak ten koste van de aantrekkelijkheid van de wedstrijd.
  • SStiften: de voetbal met de punt van de schoen raken zodat de bal met een boogje over de tegenspeler, met name de doelman, heen gaat.
  • TTikkie terug: korte pass achterwaarts.
  • UUitverdedigen: zich uit de eigen verdediging spelen en het spel van achteren opbouwen nadat balbezit is veroverd.
  • VVoetbal is oorlog: een harde, agressieve speelstijl is noodzakelijk én aanvaardbaar als je wilt winnen, gele en eventueel ook rode kaarten inbegrepen.
  • WWeg is weg: (1) bal wegschieten bij het doel vandaan; (2) paniekerig verdedigen in de laatste fase van een wedstrijd (paniekvoetbal).
  • 1/21-2’tje: een actie waarbij een speler een pass geeft naar een medespeler en in dezelfde loopbeweging de bal ook terugkrijgt van die medespeler.
  • YYellow card (gele kaart): kaart, geel van kleur, die de scheidsrechter aan een speler toont als waarschuwing voor een vorm van ongeoorloofd wangedrag. Tweemaal geel is rood (waarbij de speler uit het veld wordt gestuurd).
  • ZZiekenhuisbal: (1) bal die tussen twee spelers in belandt, zodat de twee inkomende spelers tot een onvermijdelijke crash komen; (2) een veel te zwakke pass.
FIFA World Cup 2014

Volg het WK op de officiële site van de FIFA.

Wil je nog meer weten?

Deze handige webpagina’s helpen je zeker verder:


© 2014 John Vanormelingen

Met dank aan het Voetbalwoordenboek van Jaap van der Wijk.